Vrouwen tweede na eerste dag Competitie U18/U20, Mannen zevende
Onze Vrouwen U18/U20 behoren tot de top van Nederland. Dat hebben ze zondag bewezen in de eerste competitiewedstrijd in de oudste juniorencategorieën. Ze moeten alleen nog PAC laten voorgaan. Onze mannen staan in de landelijke stand op de zevende positie. Beide teams liggen op koers voor plaatsing voor het NK Teams in september.
Om de prestatie die onze vrouwen zondag in Alphen aan den Rijn hebben geleverd in perspectief te zetten, moeten we tien jaar terug in de tijd. In de toenmalige B-Competitie (de huidige U18) vaardigde Sparta twee atletes af: Grace-Ann Pronk en Nanah Fung-Loy. In de A-competitie (U20) hadden we geen enkele deelnemer. En hoe begaafd Grace-Ann en Nanah ook waren, met een ploeg van twee deelnemers schiet het natuurlijk niet op. De groei sindsdien is spectaculair te noemen. Tien jaar later hebben we meer ploegen (drie) dan destijds atletes. 29 (!) Sparta-vrouwen meldden zich op de baan van AAV ’36, getalsmatig vooraf al een topdelegatie. En dat maakten ze waar toen eenmaal het eerste startschot was gevallen. Als eerste kwam Nubia Belfor in actie bij het hinkstapspringen en zij zette meteen de toon. Met een rugwind die een record onmogelijk maakte vloog ze naar 11,87 meter. Geen pr dus, maar wel direct 854 punten in het laatje, gevolgd door de tweede plaats voor Eliza van Velthoven op 400 horden, goed voor 783 punten.
Tegelijkertijd beproefden Emma Houtman en Emma Boon de polshoog-installatie. De tijd dat een ‘nul’ op dit moeilijke onderdeel een zekerheidje was, is al lang voorbij. Emma Boon evenaarde haar pr (2,10 meter) en Emma Houtman verbeterde zich met tien centimeter (naar 2,20 meter). Mooie prestaties van de Emma's maar ze staken toch wat bleek af bij het indrukwekkende nationale record voor U20-vrouwen (4,31 meter) dat Elise de Jong van PAC liet zien. Tegen dergelijk atletisch geweld is geen kruid gewassen. Het verschil bedroeg 724 punten in Rotterdams voordeel en aan het einde van de dag bleek dat vrijwel de marge tussen beide topteams te zijn. Het ongenaakbare PAC, regerend landskampioen, ligt daarom binnen de grenzen van ‘vorm van de dag’. Dat belooft nog wat te worden dit seizoen.
De wind speelde zondag een forse rol in Alphen aan den Rijn. In vele series bij de sprint was de steun in de rug meer dan de toegestane 2.0 meter per seconde. Daardoor pakte Amber Steijn de derde plaats op de 200 meter in een tijd die ruim onder haar pr lag, met als bonus 779 punten. Dat op de 3000 meter de loopsters zeven keer honderd meter tegen de wind in moesten ploegen, deerde Suzanne Harland het minst. De eerste bocht was nog niet voor de helft afgewerkt of Suzanne had zich al losgewerkt van het pelotonnetje achter haar. Ongenaakbaar liep ze alleen en in niet ideale omstandigheden toch naar een tijd onder de magische grens van tien minuten: 9.58,48. Op gepaste afstand volgde Eva Rittershaus haar, met zes seconden scherpte ze haar pr aan tot 10.30,79. Een geel-zwart een-tweetje op de langste afstand dus. De derde plaats voor Milou Heurter bij het kogelstoten en de derde positie bij de 4x400 meter, in een veld van vijftien teams, leverden ook de nodige punten op. Daarnaast nog handenvol pr’s, onder meer voor de atleten van het tweede team dat het met de 26ste plaats in de landelijke stand eveneens zeer sterk voor de dag kwam. Complimenten ook voor de U16-junioren die kennis maakten met een hoger niveau dan zij gewend waren en goed stand hielden. Dat gold zeker ook voor Team 3 met voornamelijk atleten in de trainingsgroep van Hans de Vries, dat grossierde in pr's en steeds meer plezier krijgt in competitie-atletiek.
De puike teamprestatie van de vrouwen mag het resultaat van de mannen niet overschaduwen. Zonder een aantal belangrijke afwezigen slaagde het team erin om zich als nummer zeven van Nederland te presenteren. Net als bij de vrouwen was de eerste klap meteen raak. De eerste Spartaan die in actie kwam was Maarten Alvares. Hij stoof over de horden op de 400H en bereikte in minder dan zestig tellen de finish, slechts 0,03 seconden boven het clubrecord van Robin Spoor uit 2015. Maarten pakte daarna de tweede plaats bij het hoogspringen met 1,85 meter en hij maakte tevens deel uit van de 4x400-ploeg die derde werd. Was Maartens aandeel in de puntenoogst groot, een andere prestatie sprong nog meer in het oog. Diego Westendorp slaagde erin om de 800 meter binnen de twee minuten te voltooien. Deze diep gekoesterde wens ging in vervulling toen hij op 250 meter van de finish besloot het initiatief te nemen en niet meer achter zijn tegenstanders te blijven hangen. Met reuzenpassen stormde hij op de eindstreep af, waar hij tot zijn grote vreugde constateerde dat de klok op 1.59,82 stilstond. Niet alleen de beste van de dag in poule 33, maar bovendien aanvoerder van de nationale ranglijst bij de U18. Ook sterk was het optreden van Jonatan Janssen op de 3000 meter. Hij bouwde zijn race sterk op en had in de slotronde nog voldoende snelheid in de benen om beslag te leggen op de derde plaats, met een pr van bijna drie seconden.
Benjamin van Bunge leverde zijn team goede diensten door alle materialen die hem in handen vielen, zo ver mogelijk weg te gooien. Of het nu een discus, kogel of speer was, Benjamin wierp en stootte met zijn gebruikelijke enthousiasme 1.836 punten bijeen. Curieus was de prestatie van Owen Eilers op speer. Sinds 1 april wordt bij de Jongens U18 met nieuwe speren geworpen, waarvan het zwaartepunt is verschoven. Owen (U16 nog) was de eerste Spartaan die met een dergelijke nieuwe speer gooide. Zijn enige geldige worp bedroeg 26,62 meter en feitelijk beschouwd zou dat een nieuw clubrecord betekenen omdat de oude ranglijsten bij zo’n wijziging doorgaans worden bevroren en alleen nog prestaties met de nieuwe speren in aanmerking komen voor records. Onduidelijk is of die met de oude speer vooralsnog wel geldig zijn. Sparta’s Commissie Statistiek zal binnenkort in spoedberaad bijeenkomen en zich buigen over deze kwestie.
Volop goede vooruitzichten dus op het bereiken van het NK Teams in september voor zowel de vrouwen als de mannen. De Competitie U18/U20 krijgt een vervolg op 25 mei, wederom in Alphen aan den Rijn.
Dank aan de ondersteuning van onze 49 atleten door de trainers en supporters!