Sparta-teams houden stand tussen nationale top in Competitie U18/U20

Weinig zorgen dus voor de ploegleiders aan het einde van een winderige dag op de baan van AAV ’36. Voor de wind was een hoofdrol weggelegd: niet alleen in het wegblazen van dreigende wolken die zich wilden ontladen boven de accommodatie, maar ook in het aanduwen van met name de sprinters en de atleten op de horizontale springnummers (ver voor de vrouwen, hinkstap voor de mannen). Velen liepen harder dan ooit en zweefden langer door de lucht dan ze in hun leven hadden gedaan, maar de recordboeken haal je niet met een wind van meer dan 2.0 meter per seconde. Voor de competitiepunten maakt dat echter niet uit en dus profiteerden alle teams van poule 33 bovenmatig van het duwtje in de rug door de elementen. Mede daardoor bestond de nationale ranglijst bij de vrouwen aan het einde van de dag uit ploegen die in Alphen in actie waren gekomen: PAC, Sparta, Haag Atletiek.

De toeschouwers kregen dus een hoog niveau voorgeschoteld. Velen keken reikhalzend uit naar het optreden op de 1500 meter van Suzanne Harland, die zaterdagavond in Nijmegen indruk maakte met kwalificatie voor het EK U20 op de 5000 meter. Nog geen twintig uur later stond ze aan de start van de 1500 meter om voor haar team nuttige punten te incasseren. Na een rustig kat-uit-de-boom-kijk-begin om de benen te voelen na de zware inspanning van de voorgaande avond, begon het twee ronden voor het einde kennelijk toch te kriebelen en stoof ze er vandoor. Binnen een ronde sloeg ze een gat van vijftig meter met haar achtervolgers en finishte ondanks de kalme opening ruim onder de vijf minuten: 4.53,69. Eva Rittershaus kon goed volgen en legde beslag op de derde plaats. Bij het andere MiLa-nummer dat op het programma stond, de 2000 meter steeple, waagde Senne te Nijenhuis een aanval op het clubrecord van Zoë van Dam. Dat redde ze niet maar met een verbetering van haar pr met zeven seconden was er geen reden om te treuren.  De rijk getalenteerde MiLa-groep van coach Vincent Trinthamer leverde met Emma Boon (vierde) en Nyncke Trinthamer (vijfde) nog twee top vijf-plaatsen op dit onderdeel met de balken en de waterbak.

Hoog niveau was er ook op de kortste sprint, die verrassend werd gewonnen door Amber Steijn. Een flitstende start bezorgde haar een voorsprong vanaf de eerste meters en die behield ze tot aan de streep: 12,23 voor Amber, die dit seizoen nog wacht op een 100 meter waarbij de wind zich koest houdt. Eliza van Velthoven en Milou Heurter vlogen sneller over de horden dan ze ooit hadden gedaan, maar ook nu: wel veel punten, goede klasseringen, maar geen officieel pr. Eliza en Amber excelleerden samen met Yashmina Olij en Nubia Belfor ook op de Zweedse estafette die ze besloten met 2.22.03 en een forse lading punten, 979 maar liefst.

De tweede ploeg van de Sparta-vrouwen deed het eveneens prima. Met de 26^ste positie in de landelijke stand (van de 135 teams!) zijn ze de beste van de teams 2.  Opvallend was het goede speerwerpen van Katinka Sijmons, waarop ze zich wederom verbeterde. Deze keer landde de speer na 34,93 meter met de punt in het gras.

Ook het derde team, onder leiding van Hans de Vries, grossierde in pr’s, voor zover de wind dat toeliet. De meeste punten sleepte Allison Korbee binnen met haar 400 meter in 1.05,97 en zij was ook de gangmaker van de Zweedse estafette die verder bestond uit Annemijn van Hoek, Yanna Post en Silvia Wang. Bloeme van Breukelen concentreerde zich op het werpen en deed dat op speer en discus beter dan ooit: een dubbel pr.

Gek genoeg bleef het hoogspringen over de hele linie enigszins onder de maat, zowel bij onze vrouwen als onze mannen. De strijd met de zwaartekracht viel Quenten Kopra en Maarten Alvares moeilijk. Ze strandden op 1,75 meter, beiden ruim onder hun pr. Quenten was door een ongelukkige diskwalificatie op de 100 en een blessure niet van start gegaan op de 200 meter en beleefde daarom een teleurstellende dag. Dat gold niet voor Maarten Alvares die zich heeft ontpopt als een uitstekende hordenloper: 14,65 tellen had hij nodig om de 110 meter met obstakels af te leggen. Ook op hinkstap onderscheidde hij zich: 13,44 meter, goed voor de tweede plaats achter zijn teamgenoot Beni Bankazi Mbuangi, die als enige voor bij de grens van veertien meter hinkte, stapte en sprong: 14,22 meter.

Een buiging is ook op zijn plaats voor Aaron van der Lugt, die het moeilijke polsstokhoogspringen steeds beter onder de knie krijgt. Zelfs toen de hoogtemeter 2,70 meter aangaf, 25 centimeter boven zijn pr, zeilde Aaron keurig over de lat, die op wonderbaarlijke wijze bij 2,60 was blijven liggen ondanks stevig contact. Door de capriolen met de polsstok vergaarde Aaron 463 welkome punten voor het team.

Jonatan Jansen heeft de smaak van wedstrijden volledig te pakken. Vorig jaar, als U20-atleet, nog debutant, inmiddels trekt hij onmiddellijk zijn spikes aan als hij vermoedt dat er ergens een middenlange afstand te lopen is. De 1500 meter voltooide hij in Alphen in 4.19,64, waarmee hij derde werd. Op de 400, 1500 en 2000 steeple was het toch al een festival van persoonlijke records voor de geelzwarte mannen-brigade. Zelfs Diego Westendorp en Hidde Commandeur, die zaterdag, net als Jonatan, in Nijmegen ook een zware race hadden afgewerkt, scherpten hun beste tijd aan op respectievelijk de 1500 meter en de 2000 steeple. Op de 400 meter dook Rik Faber (U16 nog) onder zijn eigen clubrecord bij de U18: hij knabbelde er 0,14 seconden van af en bracht het op 51,73.

Met Benjamin Killeen sterk op de 100 en 200 meter, met uiteraard te veel rugwind, en met Benjamin van Bunge die zijn speerwerpen met 14 centimeter  verbeterde, begonnen Diego, Rik, Benjamin Killeen en Beni aan de Zweedse estafette. De tweede plaats, achter het superieure PAC, gaf veel voldoening en 869 punten. Onze mannen hebben op 22 juni nog een goede wedstrijd nodig om zich te plaatsen voor het NK Teams. Zonder grote tegenvallers zit dat er zeker in.

Dank aan de trainers, ploegleiders en supporters voor de steun op deze winderige maar gelukkig droge atletiekdag in Alphen aan den Rijn!