Negen medailles bij NK U18/U20
Sparta heeft bij het NK U18/U20 negen medailles mee terug genomen naar Den Haag: vijf keer zilver en vier keer brons. Met 17 meisjes en 11 jongens vaardigde Sparta een van de grootste equipes af naar Hilversum, waar van vrijdag tot en zondag op de baan van GAC werd gestreden om de nationale titels.
Een nationale titel ontbrak in de verzameling, maar het scheelde bijzonder weinig of de geel-zwarte ploeg had ook ten minste op één goudkleurige medaille beslag gelegd. De oogst van negen plakken was gelijk aan die van het NK indoor in februari. Een prachtige consolidatie op het hoogste juniorenniveau dus.
Op vrijdagavond pakte Suzanne Harland (U18-V) zilver op de 3000 meter. Ruim vijf ronden lang loerde iedereen in het deelnemersveld naar elkaar en nam niemand het initiatief. Het resultaat was een boemelrace die pas kleur kreeg in de laatste twee ronden. Toen vond favoriete Kaate Mulders van Cifla het genoeg; ze schudde het hele peloton van zich af, op Suzanne na. Schouder aan schouder ging het tot op het laatste rechte stuk. Toen moest Suzanne een paar meter toestaan op haar rivale, met zilver als fraai gevolg. Op zondagmiddag troffen beide kemphanen elkaar in de finale van de 1500 meter. Kaate liet het deze keer niet aankomen op boemelen en gaf vol gas. Suzanne gaf een meter of twintig toe en slaagde in de slotronde er bijna in om het gat te dichten. Haar tijd, 4.27,33, was goed voor glimmend zilver en een clubrecord, dat sinds een paar weken al gedeeld op haar naam stond.
Eliza van Velthoven (U18-V) moest zich vrijdag vanwege fysieke klachten terugtrekken op de 400 meter horden, maar bleek een dag later fit genoeg om als snelste de finale van de 100 meter horden te bereiken. Daarin greep ze fraai de tweede plaats. Dat resultaat leek een paar dagen eerder nog ver buiten bereik, toen ze de training moest staken. Nog dichter bij de hoogste tree van het erepodium kwam Eliza op zondagochtend bij het hinkstapspringen. Ze kwam uiteindelijk één centimeter (!) tekort: 11,55 meter, exact dezelfde prestatie als die van Marin Berding van Hellas. Omdat de op een na beste sprong van de Utrechtse beter was (11,50 om 11,14), greep Eliza naast het goud met de kleinst denkbare marge. Haar trainingsmaatje Yuki Chen deed het voortreffelijk en vergezelde haar op het podium. Yuki begon aan de wedstrijd met een pr van 10,97 meter dat dateerde van vorig jaar. Met drie sprongen boven de 11 meter toonde ze haar nieuwe niveau en de bronzen medaille was daarom meer dan verdiend.
Ook Maarten Alvares (U18-M) en Beni Bankazi Mbuangi (U20-M) pakten brons op hinkstap. Beiden deden wat op basis van hun pr mocht worden verwacht. Maarten was goed voor 13,36 meter, Beni benaderde zijn pr tot op één centimeter en kwam tot 14,05 meter. Maarten had ook ingeschreven voor het hoogspringen, maar knieproblemen noopten hem om zijn wedstrijd tot één poging te beperken. Op zaterdag had hij al eremetaal gehaald op de 110 meter horden. Het gehele weekend werden de atleten geplaagd door een stevige tegenwind op de sprint, waardoor pr’s schaars waren. Ook Maarten kwam niet in de buurt van zijn beste prestatie, maar het zilver in een spannende race, waarin de top vijf dicht bij elkaar lag, was belangrijker dan een goede tijd. Hij kwam uiteindelijk 0,2 seconden tekort voor de nationale titel.
Senne te Nijenhuis (U18-V) excelleerde op de 2000 meter steeple. In een zeer beheerst en uitgekiend gelopen race leek ze twee ronden voor het einde ver verwijderd van het erepodium. Maar Senne had geduld, raapte vanuit vijfde positie eerst een loopster op die zichzelf had opgeblazen en zette daarna de achtervolging in op de nummer drie. Met een vloeiende laatste waterbakpassage maakte ze het verschil en snelde ze onbedreigd naar het brons in een clubrecord, 7.23,21. Op de Mila waren er ook mooie finaleplaatsen voor Diego Westendorp (U18-M) op de 800 en Jonatan Janssen (U20-M) op de 1500. Met name Diego had zichzelf graag op een hogere positie gewenst dan de zesde die zijn deel was, niettemin hield hij knap stand tussen de besten van het land.
Niet alleen de medaillewinnaars maakten indruk; dat deden ook onze U16-atleten die alvast aan het hogere niveau mochten proeven. Het leverde Rik Faber de zesde plaats met een U18-clubrecord op bij de 400 meter, Elise Blokland deed het op die afstand prima met een fors pr (1.01.11), Thomas Honig hapte vier seconden uit zijn beste 800-tijd en is nu een 2.08-loper, Eva Rittershaus haalde de finale van de 1500 meter en werd op de 3000 zelfs zesde, terwijl Josien Weijers de halve finale op de 100 meter bereikte. En dat tegenwind niet altijd hoeft te betekenen dat pr’s buiten beeld blijven, bewezen Amber Steijn en Yashmina Olij op de 200 meter voor U18-vrouwen. Ze beukten tegen de wind in vele tienden van hun beste prestatie af. Amber kwam op vrijdag 0,01 seconde tekort voor de top drie op de 100 meter. Toen in de baan naast haar de ongelukkige Julia Crins na lang blessureleed wederom met ogenschijnlijk ernstig beenletsel ter aarde stortte en huilend op de baan lag, ontfermde Amber zich meteen over haar, ondanks haar eigen teleurstelling over de vierde plaats. Voor dergelijk sportief gedrag verdiende ze een medaille. En omdat de organisatie daarin niet had voorzien, bij deze een compliment voor Amber.